Wandelen: een sport voor lichaam en geest. Dé manier om tot rust te komen en tegelijkertijd te bewegen. Maar zoals bij veel buitensporten het geval is, ben je onderhevig aan de wetten van de natuur. Hevige regen, sterke wind of een doornstruik kunnen wel eens roet in het eten gooien. Tenminste, als je niet voorbereid bent. Wandelkleding kiezen is daarbij cruciaal. Hieronder sommen we alvast drie tips op voor een betere wandeluitrusting – zodat je helemaal kunt genieten van je volgende stevige wandeling!
Wanneer je begint met wandelkleding kiezen, denk je best in drie lagen:
- Een basislaag om het vocht van je lichaam af te houden
- Een isolatielaag om je warm te houden
- Een beschermlaag om je – uiteraard – te beschermen tegen regen en wind
1. Wandelkleding kiezen voor het bovenlichaam
Je bovenlichaam verliest het snelst warmte. Daarom vertrek je best van een goeie basislaag. Die beschermt je trouwens tegen schadelijke UV-stralen, en verbetert het draagcomfort van je rugzak aanzienlijk. Kies voor zachte materialen die geuren en vocht doorlaten: denk aan polyester en andere kunststoffen.
De twee andere lagen draag je in functie van het weer. De middenlaag moet je lichaamswarmte vasthouden – denk bijvoorbeeld aan een fleece. Die laag mag niet te veel plaats innemen (of te zwaar wegen), mocht je ze willen opbergen.
De beschermlaag is jouw vriend in weer en wind – letterlijk. Een waterdichte, sneldrogende regenjas werkt daarbij altijd. Let wel: een regenjas is vaak minder (of zelfs niet) ademend. Kleed je dus niet te warm!
Een algemene tip: zorg voor lagen die je makkelijk kunt uitspelen, of op zijn minst laat openhangen. Leve de rits!
2. Uitrusting voor het onderlichaam
Hoewel je benen minder warmte verliezen dan je bovenlichaam, is de juiste wandelkleding kiezen daarvoor allermeest nuttig.
De basislaag is meestal ademend en comfortabel ondergoed. In koude omgevingen is (lang) thermisch ondergoed zeer handig. Maar: hou er rekening mee dat je ze minder makkelijk kunt uitspelen, mocht je het toch (te) warm krijgen.
De middenlaag – de gewone broek – beschermt je tegen de omgeving. Als je in een bos wandelt, is het geen luxe om een wandelbroek te kiezen die doornstruiken, takjes of andere planten tegenhoudt. Zelfs in warm weer is dat geen overbodige luxe. Kies voor stoffen die snel opdrogen en goed ademen (zoals polyester en nylon).
De buitenste laag, de bescherming, is alleen nodig bij regenweer. Vergelijk het met de traditionele regenjas: een waterdichte regenbroek, dus.
3. Je voeten: droog en stevig
Blaren op je voeten: je zou het je ergste vijanden niet toewensen. Niets zo vervelend als natte, pijnlijke voeten. Begin daarom met het juiste paar sokken. Liefst stevig materiaal dat het vocht doorlaat en snel droogt, mocht je je schoenen even uitdoen. En natuurlijk: een extra paar kan nooit kwaad.
Geen wandeluitrusting is compleet zonder een goed paar wandelschoenen. Die keuze hangt opnieuw sterk af van het terrein en het weer, al heb je liefst een paar dat goed is voor meerdere omstandigheden. Waterdichte schoenen die ademen (denk aan Gore Tex als beschermlaag), zijn cruciaal.
Over het algemeen geldt:
- Schoenen zonder enkelsteun zijn goed op milde parcours. Ze zijn lichtgewicht en ademen goed.
- Boots (dus mét enkelsteun) zijn je partner tijdens de zwaardere tochtjes. Ze wegen wat meer, maar bieden je de steun die je nodig hebt op ruwer terrein. Denk aan de typische bergschoenen.
Met deze tips kun je al een stuk beter jouw geschikte wandelkleding kiezen. Zoek je nog het juiste paar sokken, een comfortabele broek of een zachte fleece? Spring dan eens binnen in een Sportarena-winkel in je buurt!